De vader van Johannes van Lent was zoals gezegd Sebertus Joannis van Lent (begraven op 03-02-1757 te Macharen)
Deze was getrouwd op 10-12-1722 te Macharen met Maria (Theodori) van Beers.
(get1: meester. get2: Wilhelmus Hubertus van Hees)
Maria van Beers was gedoopt op 25 juli 1700 te Macharen met de naam Anna Maria van Beers dochter van Theodorus Bartholomi van Beers en Maria Catharina de Rover.
Index schepenprotocol Oss 1715
Albert Rijnen, Aert Rijnders, Tunis Rutten, Jan Rijnen, Jan Sebert Meegens, Rijck Gerrits en Francis Tonis van Erp, allen inwoners alhier leggen een getuigenverklaring af ter instantie van het Officie civiel in de raadkamer alhier. Albert Rijnen verklaart dat hij op 18-1-1719 in de avond in de herberg van Francis Tonis herbergier op Osserschaduwijck was. Hij zat er in de kamer en hoorde dat er buiten de kamer ruzie was. Toen hij buiten kwam zag hij dat er messen getrokken waren en dat ene Sebert van lent gewond was aan het hoofd door toedoen van een mes. Het bloed liep er langs. Aert Rijnders was op dat moment ook in de herberg en heeft ook gehoord dat er enig rumoer was mar hij weet niet tussen wie. Hij heeft wel gezien dat Sebert van Lent gewond was. Tunis Rutten verklaart dat er rumoer was in de keuken en zag Sebert van Lent met een zeer bebloed hoofd. Jan Rijnen verklaart ook in de herberg geweest te zijn. Hij zag dat het volk te hoop liep in de keuken en dat Tonij Hoorens en Henderik Hoorens in de keuken stonden en riepen: ‘Ja, die van Macharen moeten eruit.’ Hij zag daarna dat Sebert Jan van Lent gewond was aan het hoofd. Jan Sebert Meegens was ook in de herberg en verklaart dat er ’s avonds ruzie was in de keuken. De waard riep hem om te partijen uit elkaar te houden. Toen hij dat deed zag hij dat Henderik Henderik Hoorens een mes in zijn hand had en dat Tonij Hoorens hem tegenhield in de hoek van de herd. Sebert van Lent kwam onder de schouw en aanstonds riep de hospis (=waard): ‘Jan, ga naar de barbier. Sebert Jan van Lent is gewond.’ Hij zag dat Sebert inderdaad gewond was. Rijck Gerrits is ook in de keuken geweest tegen de avond toen er ruzie was. Hij heeft horen roepen: ‘Die van Macharen moeten eruit.’ Hij zag Henderik Hoorens, Thonij Hoorens en Peeter Driessen met getrokken messen in de hand. Kort daarop zag hij dat Sebert van Lent gewond was en bloed op het lijf had.
Vervolg:
Francis Tonis van Erp verklaart dat Tonij en Henderik Hoorens ruzie hadden met Sebert Jan van Lent. Tonij Hoorens sloeg Sebert Jan van Lendt met zijn hand tegen gezicht. Francis zag dat Tonij Hoorens en Henderik Hoorens iets in hun hand hadden. Hij weet niet beter dan dat het messen waren. Kort daarop zag hij dat Zebert Jan van Lent gewond was aan hoofd en dat het hevig bloedde. 30-1-1719 en 1-3-1719.
bron: https://proxy.archieven.nl/235/2BB75C81D4F4416FAEE20012791BC60D
Over Anna Maria van Beers:
Zij was een dochter van Theodorus Bartholomei van Beers en Catharina Maria Wilhelmi de Rover. Dit echtpaar was gehuwd 10-02-1697 te Macharen. Toen ze trouwde in 1697 was Catharina al weduwe. Catharina was, geboren in Megen, op 04-06-1688 te Macharen getrouwd met Petrus van Hees geboren te Oisterwijk. Met hem kreeg zij twee kinderen: Guilielmus Hubertus van Hees en Loisa van Hees. Petrus van Hees overleed op 30-09-1696 te Macharen. Hij werd in de kerk begraven.
Catharina Theodori van Beers is overleden op 12-10-1722; ze was weduwe toen ze overleed.
Kinderen van Theodorus en Catharina:
1. Maria, gedoopt te Macharen op 19-12-1697. Getuigen: Bernardus Walteri, Joannes Verhofstad en Maria Elisabetha de Rover. Overleden 15-12-1698 te Macharen. Overleden 15-12-1698 te Macharen en in de kerk begraven.
2. Maria had een tweelingzuster: Petronella van Beers, gedoopt te Macharen op 19-12-1697, Getuigen: Joes de Rover en Maria Francisci de Rover. Overleden 15-12-1698 te Macharen en in de kerk begraven.
3. Anna Maria, gedoopt te Macharen op 25-07-1700, Getuigen: Franciscus de Rover en Maria Magdalena van Hooff
Index schepenprotocol Macharen (7358.129) 22-12-1788
106 Bernardus Boselie heeft als gevolmachtigde van Maria Remmerswaal ter behoud van rechten beslag gelegd op huis en hof alsmede land genaamd de Spilackers, land genaamd de Oorden en land genaamd het Kempken naast de achterste straat in Macharen in hun bekende ringgenoten die toebehoren aan de kinderen en erfgenamen van wijlen Sebert van Lent met het doel een vordering te verhalen van 800 gulden met achterstallige renten op grond van een schuldbekentenis van Maria van Beers weduwe van Sebert van Lent en hun kinderen aan wijlen Cornelis Remmerswaal, de vader van genoemde Maria Remmerswaal, gepasseerd voor schepenen van Macharen op 18 maart 1760.
Er was al eerder een verdeling van de nalatenschap van Sebert van Lent en Maria Beers geweest, namelijk in 1779:
Dirck en Peter van Lent, Joannes van Lent voor zich en voor gemachtigd door zijn zuster Catharina van Lent, inwoonster Dussen, procuratie 28-2-1776 ter eenre en
Johanna weduwe Jan van Lent, Hendrik van Erp en Hendrick de Craij als momboirs over de kinderen van Jan van Lent en Johanna voorn., met namen Jan, Sebert en Jacomijn van Lent ter andere zijde
maken akkoord over verdeling van nalatenschap van Sebert van Lent en zijn vrouw, hun ouders.
Dirck, Peter, Joannes en Catharina van Lent geven aan de weduwe van Jan van Lent, die hun broer was, ter voldoening van hun vaderlijk en moederlijk versterf, land te Macharen op het Sand, enerzijds Jan Bouwmans, anderzijds Mattheus de Groote en Aart van der Heijden junior, een eind de weduwe Hondijcker, ander eind Hendrick van Alem.
bron: https://proxy.archieven.nl/235/9E07D1A477B6488DB8EF8CC8482D3818
En over Catharina van Lent:
Dirck, Peter en Joannes van Lent en Catharina van Lent, geass. met Hendrick de Craij, kinderen en erfgenamen van wijlen Sebert van Lent en Maria Beers el.
maken een scheiding en deling.
Eerste lot komt aan Catharina van Lent: Huis en hof te Macharen op de Drie Woord met land, enerzijds en beide einden de gemene straat, anderzijds Hendrick Brans. Getaxeerd op F 1000,–. Dit lot draagt lasten van schulden aan Lindert en Maria Remmerswaal te Megen, aan de weduwe van Berchum te Ravenstein totaal F 500,–.
Het tweede lot komt aan Dirck van Lent. Zijnde land genaamd de Hof op de Oorden, enerzijds en een eind de gemene straat, anderzijds de erfg. van Berchum, ander eind Jacobus van Bergen.
Nog land genaamd Rutten Kampken naast de Neerweij, enerzijds de weduwe Peter Meijis, anderzijds en een eind de gemene straat, ander eind de erfg. van Berchum. Dit lot draagt lasten aan de Armen van Macharen F 250,– volgens obligatie 13-3-1753 en nog F 250,– aan Lindert en Maria Remmerswaal te Megen. Als oudste zoon krijgt hij een leenland op de Spilacker.
Het derde lot komt aan Peter van Lent. Zijnde land in het Achterste Kempke van de Spilacker gemeen met halve mergen gedeeld met Joannes van Lent, enerzijds de Armen van Macharen, anderzijds Dirck van Lent met zijn leenland op de Spilacker, een eind de Houtweg, ander eind de Spilacker van Joannes van Lent. Nog land op de Spilacker naast de Houtweg, enerzijds Dirck van Lent, anderzijds en beide einden de Houtweg. Dit lot draagt lasten van F 300,– aan Lindert en Maria Remmerswaal te Megen.
Het vierde lot komt aan Joannes van Lent. Zijnde land op de Spilacker, enerzijds de Armen van Macharen, anderzijds Dirck van Lent, een eind de Houtweg, ander eind Peter en Joannes van Lent. Nog land in het Achterste Kempke op de Spilacker gemeen met 1 mergen van Peter van Lent. Dit lot draagt lasten van F 150,– tbv de Armen van Macharen volgens obligatie 15-7-1642, en F 150,– tbv Lindert en Maria Remmerswaal te Megen.
Datering: 10-11-1783
bron: https://proxy.archieven.nl/235/0826B7A8E4E14E398A8FD440DE2FE6F1