Over Joannes de Reuver

Onderstaande twee opmerkingen trof ik aan op de website van de familie De Reuver, met dank aan Martin de Reuver overgenomen.
De samensteller van de gegevens was Sjaak de Reuver, inmiddels overleden.

Voor wat het waard is:

Joannis [geb 1751] was gerechtsdeurwaarder (Rigterbode), een belangrijk beroep. Hij was ook niet onbemiddeld en handelde net als zijn vader in grond. In 1815 koos Joannis weer voor Napoleon. Dit kwam hem duur te staan: hij werd door koning Willem I uit zijn ambt gezet en stierf in armoede; zijn weduwe moest zich melden bij de “Armentafel” in Macharen.

Zijn zoon
Willem moest door de problemen van zijn vader van de “Latijnse School “af en is in het vak van kuiper gegaan. In 1826 is hij meester-kuiper. Later was Willem als sergeant gemobiliseerd als gevolg van de Belgische opstand, 1830-1840. Met een aantal soldaten was hij belast met de observatie van Moffen in Gennep . Dit was een scheldnaam voor Limburgers die er van verdacht werden samen te spannen met de Belgen.

Hoog water tussen Macharen en Oss
Bij hoog water kan men de weg tussen Osch en Macharen niet passeren als met een Schuijt ten welke een paar inwoonderen tot Macharen schuyten houden om de passanten naar Osch over te vaaren gelijk als den bewooners van de zoogenaamde Scherpenoord, het laatst huys van Oss waarvoor de passant volgens gewoonte billig betalen en het vrijstaat zig te laten overbrengen door welken schipper hem belieft. De tegenwoordige bewoner van Scherpenoord Johannes van de Camp in de wandeling genaamt Johannes de Vent vraagt wel veergeld als schipper van Macharen de passante overvaren en eist dat ze hem in zijnen huyze inkeeren en hem het voordeel van de verteering geven. Dit doet hij met dreigen, slaan of stooten en met geweld af te perssen.
Op 1 dec 1801 gingen eenige inwooners van Macharen met een schuyt van de weduwe Welt Ploegmakers naar Osch overgevaren. Toen ze terugkwamen zijn ze het huys op Scherpenoord gegaan en aldaar gedronken en betaald hun verteerde en gingen naar de schuyt waarmede zij gekomen waren. Daar was bij de Richterbode van Macharen Jan de Reuver die naar het voorshuys terug wilde gaan stond Johannes de Vent an de voordeur met een houweel in de hand waarmee hij op Jan de Reuver aankwam en eyschte vheergeld te betaalen die weigerde. Jan de Vent sloeg toen niet met de houweel maar met zijn hand zodat zijn hoed in de slijk is gevloogen en hij zelve bijna in het slijk was gevallen en naar de schuyt ging waarbij het gebleven is. Het was te wenschen dat de passagier onbelemmert moge zijn. Dat daartegen straffe voorziening gedaan word.
Uit: brief aan gewestelijk bestuur in Den Bosch
Bron: Gerard Ulijn
Opmerking hierbij: De weduwe van Welt Ploegmakers was Louisa de Reuver, zuster van Jan de Reuver.

StamSite