Roelf Roelfs POOL -> Jan Roelfs POOL -> Albert Jans POOL -> Roelf Alberts POOL
Roelf Alberts, oliemolenaarsknecht(1843), textielwinkelier in Warffum(1877), geboren op 11-09-1815 om 16.00 uur te Ten Boer (Sint Annen) (gezindte: Chr.ger.), overleden op 31-01-1897 te Kalamazoo MI op 81-jarige leeftijd.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 18-05-1843 te Eenrum met Derkje Klaassens BOS, 23 jaar oud, winkeliersche(1877), geboren op 06-10-1819 te Vierhuizen (Ulrum), overleden op 29-09-1897 te Kalamazoo MI op 77-jarige leeftijd, dochter van Klaas BOS, landbouwer, en Neiske Geerts HUIZENGA, landbouwerse.
Drie kinderen uit het gezin van Albert Jans Pool en Jantje Willems Wolthuis emigreerden naar de Verenigde Staten. Als eerste Geziena Alberts Pool (in 1867) en vervolgens haar broers Jan Alberts Pool (in 1872) en ten slotte Roelf Alberts Pool (in 1892). Bovendien zou van het gezin van Roelf en Derkje alleen Albertus Pool in Nederland blijven. Een ware uittocht.
Roelf begon als olie molenaarsknecht in Winsum. Daar woonden hij en Derkje de eerste jaren van hun huwelijk, en hun eerste kinderen werden er geboren. Later verhuisden ze naar Warffum waar hij met zijn vrouw een manufacturenwinkel had (het huis en de winkel zijn er nog). In Warffum hadden zij veel tegenslagen met hun gezin, immers 5 kinderen overleden: Jantje (5 aan cholera), Klaas(27), Albertus(0), Albertus(1), Jan (20 aan heimwee). (zie het gezin van Roelf en Derkje)
Willem Pool (*1857) was het achtste kind van Roelf en Derkje. Hij wilde graag studeren, maar in Nederland lukte dat niet zo goed: hij zakte voor het onderwijzersdiploma. Hij is toen gaan varen en kwam uiteindelijk in de USA terecht. Uit emigratiegegevens is bekend dat hij op 23-jarige leeftijd in april 1881 reisde met het Stoomschip Stella naar New York om theologie te gaan studeren in Fulton. Vanuit Amerika vroeg hij om geld maar vader Roelf stuurde niets. Hij zal dus op de een of andere manier in zijn eigen onderhoud hebben voorzien. Hij trouwde in 1884 met Gerarda (Gertie) Thomasma, studeerde af in 1889 aan het Dubuque Theologisch Seminarie en kwam terug naar Nederland om een kerkelijke vergadering bij te wonen.
Op een bepaald moment konden Roelf en Derkje geen weerstand meer bieden aan de verleidelijke berichten van hun familie in de USA. Ze besloten de winkel te verkopen, en de overtocht te wagen. Ze waren inmiddels op hoge leeftijd, want Roelf was 77 jaar en dus werd in ieder geval tijd om de manufacturenzaak op te doeken. Zoon Willem (inmiddels William) en zijn vrouw Gertie kwamen over om bij de verhuizing te assisteren.
Het gezin van de familie Pool was inmiddels niet zo groot meer. De hulpbehoevende (osteomyelitis) dochter Nieske was nog in huis en dan was er nog zoon Geert. Dochter Jantje was al lang getrouwd en dus de deur uit, maar ook die was dat zelfde jaar, kort voor de overkomst van Willem geëmigreerd (aankomst in Ellis Island op 28 april 1892).
Dus dit speelde in augustus 1892. Iedereen ging (Roelf en Derkje plus de dochters Geziena en Nieske en zoon Geert).
Alleen zoon Albertus (*1851) en zijn vrouw en kinderen bleven achter.
Albertus en zijn vrouw Martje Reenders begonnen hun huwelijkse leven (gehuwd te Eenrum 1877) in het gehucht ’t Lage van de Weg (Uithuizen) waar ze een smederij hadden. Daar werden de meeste van hun kinderen geboren. Ze verkochten in 1889 deze smederij en verhuisden naar een andere, die ze kochten van Arend Pieters Groendijk (1831-1913), in 1871 getrouwd met Siepke Melles Huizinga (1823-1893), in de Oosterstraat in Uithuizen. De familie overlevering vermeldt dat zij niet op korte termijn deze nieuwe smederij konden verkopen en dus waren ze op dat moment in ieder geval niet in staat om, met hun jonge gezin, mee te gaan.
De winkel werd door Roelf en Derkje vermoedelijk verkocht aan Klaas Slotema.
Roelf en Derkje vestigden zich aanvankelijk in Grand Rapids, Michigan, maar verhuisden spoedig daarna naar Kalamazoo.
Daar leefden ze de laatste jaren van hun leven en ze werden er begraven. Roelf stierf in januari van het jaar 1897 en Derkje in september van datzelfde jaar. Geert was al overleden in 1895. Volgens de overlevering was koopman Geert zwaar in de put geraakt van de economische crisis.